Overweging van Corinne van Nistelrooij OP op de 6e zondag door het jaar,
16 febr. 2025
Lezingen: Jeremia 17, 5- 8 en Lucas 6, 17 – 26
Lees of print je de overweging liever als PDF? Die vind je hier.
Hier vind je andere overwegingen (en hier de overwegingen tot april 2023).
Overweging
Ik zal maar met de deur in huis vallen, ik moet iets bekennen. Ik heb iets gedaan wat niet mag. In de Bijbeltekst van vandaag heb ik een nuancering aangebracht. Misschien is het Bijbelkenners al opgevallen? In de eerste zin van de eerste lezing heb ik een woord toegevoegd. U mag raden welk…
Ja, ik heb het woord ‘enkel’ toegevoegd. Er stond: Vervloekt is hij die op mensen vertrouwt. Dát is voor mij een zin die te ver gaat. Waar blijven we als we vervloekt zouden zijn omdat we elkaar vertrouwen?
De basis van samenleven is toch vertrouwen hebben in elkaar? Zowel binnen relaties, als binnen organisaties, wereldwijd zelfs, is de grond van met elkaar omgaan: elkaar vertrouwen.
Voor mij hoort daarnáást ook het vertrouwen in de Eeuwige. Vertrouwen in het leven, in dat wat op je pad komt, vertrouwen dat God ons voor het licht gemaakt heeft. Dat is ook het tweede deel van de zin. Ik heb er voor vandaag in het boekje dus van gemaakt: Vervloekt is hij die enkel op mensen vertrouwt. Door het woord ‘enkel’ toe te voegen wordt duidelijker dat het gaat om vertrouwen te hebben in allebei. Zowel in onze naaste, als in God.
Dat is ook wat we in het evangelie lezen. Daar horen we de vlakterede van Lucas. In tegenstelling tot de Bergrede uit het Mattheusevangelie, staat Jezus niet op een berg, ver boven de mensen, maar spreekt hij de mensen om hem heen rechtstreeks aan. Hij benadert hen niet uit de hoogte maar Hij richt zich op gelijk niveau tot hen. En dat schept vertrouwen in Hem.
Hij raakt hen aan en laat zich aanraken door mensen die door anderen worden gemeden. En uit de woorden die Hij spreekt blijkt dat hij weet heeft van menselijke zorgen en pijn. Hij spreekt over arm zijn, honger hebben, verdrietig zijn, buitengesloten worden. Dat zijn grote dingen, zaken die een mens uitputten. Waar je hoofdpijn van kunt krijgen of andere lichamelijk klachten, waar je slecht van slaapt,
het gaat om serieuze, fundamentele zorgen die je dag in dag uit kunnen bezig houden. Het zijn zorgen die vragen om steun, om troost en geborgenheid.
Jezus noemt deze mensen ‘gelukkig’. En dat is voor ons moeilijk voor te stellen. Hoezo zijn mensen die zich in problemen bevinden goed af? Hoezo mogen wij, als we in de narigheid zitten, ons gelukkig prijzen?
Tóch vind ik dit een mooie tekst! Het gaat in mijn ogen namelijk niet om de verheerlijking van ellende.
Maar wat zo ontroerend is ten eerste: dat Jezus eerlijk de moeilijkheden van mensen benoemt.
En ten tweede; de belofte die Hij doet.
Eerst maar es het benoemen.
Dat heeft alles te maken met vertrouwen tussen mensen onderling. Het vertrouwen dat de ander zal luisteren naar je, je serieus zal nemen, dat hij of zij met je begaan is. Maar echt uitspreken wat ons dwarszit, waar we zorgen om hebben, dat is vaak nog niet zo makkelijk. Woorden vinden voor dat wat er aan de hand is, kan lastig zijn. Door te praten over hoe je je voelt, zorg je er voor dat anderen je begrijpen. Daardoor kunnen zij je ondersteunen en wordt het makkelijker om samen over oplossingen na te denken. Dat kan soft klinken. Maar de uitspraken die we van Jezus horen hebben niets softs. Integendeel, je verdriet onderkennen, je zorgen en pijn delen vraagt innerlijke kracht. Het vraagt veel meer kracht dan trots doorlopen. In feite hebben we het vandaag dan ook over een uitnodiging tot ommekeer. Een radicale omkering van ons hele perspectief.
En dan over de belofte.
Dat heeft te maken met vertrouwen in de Eeuwige. Het vertrouwen dat God alleen het goede wil voor de mens. “Die ons voor het licht gemaakt hebt”. Keer op keer doet Jezus in zijn rede de belofte dat er aan de miserabele toestand een eind zal komen. Dat is geen doekje voor het bloeden, dat is werkelijk gemeend! We mogen geloven dat de Eeuwige nabij is aan hen die lijden. Hij heeft een voorkeursliefde voor wie en wat kwetsbaar is. God kiest niet alleen de zijde van de zwakkeren, Hij verbindt zich rechtstreeks met hen. In degene in nood is God zélf aanwezig, zou je kunnen zeggen.
Het is denk ik daarom dat de rijken er in dit evangelie zo van langs krijgen. “Wee jullie die rijk zijn,
wee jullie die alle lof en belangstelling krijgen”. Grote kans immers dat deze rijken de ongelijkheid in stand houden. Dat ze zich niet bekommeren om de mensen in armoede, om degenen die onderdrukt worden. En in plaats van te doen wat God wil, willen ze macht en aanzien onder elkaar. Willen ze niet delen wat ze hebben, maar willen ze meer voor zichzelf.
Ja het is verleidelijk om nu aan de groten der aarde te denken. De machthebbers, de heren die rücksichtslos uit zijn op eigen gewin en macht. En eerlijk gezegd, doel ik daar ook op. En ik denk Jezus ook!
Maar vergeet vooral niet ook in je eigen hart te kijken. En uit te pluizen wat er met jou zou gebeuren als je één van de aanwezigen was daar op die vlakte. En misschien is het dan goed om je te realiserendat arm en rijk relatieve begrippen zijn. Je kunt bijv. financieel arm zijn maar rijk in liefde. Je kunt geestelijk sterk zijn maar lichamelijk zwak. Maar hoe dan ook, de Heer vraagt ons allen lichtdragers te zijn, lichtbrengers. Want Hij heeft ons voor het licht gemaakt. En daartoe roept Hij ons op en schenkt Hij ons vertrouwen vandaag. Moge we dat vertrouwen beantwoorden. Ten opzichte van hem én ten opzichte van elkaar.