De tijden doorstaan - Doorbraak

Overweging van Jozef Essing OP op de 5e zondag veertigdagentijd,
6 april 2025

Lezingen: Genesis 44-45 (verkorte weergave) en Johannes 11, 1-8

Lees of print je de overweging liever als PDF? Die vind je hier.

Hier vind je andere overwegingen (en hier de overwegingen tot april 2023).

Overweging

Een oom van mij, op de grens van Brabant en Limburg, had zijn eigen gevleugeld woord: “Wej hebben niks te bestellen as leeg briefkes”: God bepaalt; alles is door Hem beschikt. Het klinkt berustend: het is hier op aarde eenmaal zo; je moet het hebben van het leven hierna. Geloof in God ontneemt je zo de lust en de energie om iets te veranderen aan de realiteit.

De hoofdfiguur uit de eerste lezing van vandaag, Jozef, laat een andere manier van geloven zien:  godsvertrouwen dat activeert en veerkracht geeft om niet bij de pakken neer te zitten Dat zou je niet direct van hem denken; want zijn levensverhaal begon met dromen. - dan denk je eerder aan zich verliezen in een wereld buiten de realiteit van het leven. Bovendien: bijbelse dromen zijn een aanwijzing dat niet wij de regie in handen hebben maar de Allerhoogste, die in droomgezichten aanwijst wat te gebeuren staat.

De toekomst is niet  m í j n  project - het kan vandaag niet duidelijk genoeg gezegd worden - ik weet niet weet hoe het zal aflopen. Maar – en dat maakt verschil - God schakelt mij wel in, zelfs als wij niet weten hoe. Zelfs als we denken klunzen en losers te zijn in wat  er gebeurt, weet Hij die alles overziet met onze mislukking te werken, met onze afgang. Zo droomt Jozef dat hij koning zal worden; en wat dan gebeurt is één grote ontkenning ervan. Telkens wordt hij teruggeduwd in de put als hij denkt weer boven te komen Als hij tot slaaf gemaakt is, wint hij het vertrouwen van zijn meester, farao’s hofbeambte; maar het opdringerige gedraag van diens vrouw doet dit teniet. In de gevangenis onthult hij farao’s opperschenker dat hij gratie zal krijgen maar eenmaal gerehabiliteerd aan het hof vergeet deze man Jozef aan te bevelen. Jarenlang zit Jozef dan in die donkere put; de kans om er ooit uit te komen lijkt verkeken. Dit lijkt me het moeilijkste moment in zijn leven, de ergste graad van beproeving: permanent onzichtbaar zijn, om je heen enkel leegte, eenzaamheid, woestijn. En toch: vandaag kan hij zeggen: “God heeft mij voor jullie uitgestuurd”

Het verhaal van Jozef en zijn broers is een enorme stimulans om toekomstgericht te leven. Ik vertrouw dan namelijk niet in de toekomst op basis van  m í j n  kunnen of presteren, maar op basis van  G o d s  vermogen om zelfs met het kwade ten goede te werken, om een weg te gaan waar ik voor mezelf geen enkel perspectief meer zie. Mijn toekomstbeeld aan scherven betekent niet: geen toekomst, maar toekomst anders Het komt goed, maar anders dan we denken. En dat bevrijdt me van de kramp om het allemaal zelf in handen te houden. De wereld ziet er uit als een frontgebied - modder en puinhopen maar goedheid, meeleven, bijstand zijn erin aanwezig als zaad met ongekende kiemkracht. Je weet niet hoe het opschiet. Het enige dat je kunt doen is niet wegdromen op het puin, maar wakker blijven kijken, wachten wat er opschiet en dat koesteren, daarmee werken. Niet gemakkelijk. Een mens wil weten waar hij aan toe is. Hij is als de patiënt die liever wil weten van de dokter waar ik aan toe ben dan verkeren in onzekerheid. 

Maar als het lukt met het ongewisse om te gaan word je een echt vrij mens. Niet enkel vrij van dwingende machten buiten je, maar ook van dwang binnen in je - zo moet het en zal het, en niet anders. Het geeft je de rust om in te kunnen spelen op 'het gegeven' dat zich aandient. Godsvertrouwen geeft je juist tegenwoordigheid van geest, houdt je blik open. “God heeft mij voor jullie uitgestuurd” zegt Jozef. Daarmee zegt hij: niet jullie zijn bepalend voor wie ik ben; ik ben niet jullie slachtoffer. Ik ben jullie redder, dank zij God; Hij is het die mijn leven stuurt. Jozef houdt niet vast aan zijn verleden met hen, maar aan wat God voor zich ziet: toekomst. Geloven in God doet hem voorwaarts leven.

Dit gaat zo ver dat hij actief meewerkt om zijn broers uit het verleden te bevrijden. Daartoe draait hij als het ware de film terug, tot het punt waarop het misging tussen hen - het moment dat hij werd verkocht aan de karavaan die op weg was naar Egypte. En hij doet dit door Benjamin in te zetten als zijn andere ik - Benjamin en hij hebben namelijk niet enkel dezelfde vader maar ook dezelfde moeder zij zijn dus volle broers van elkaar - wie aan hem komt, komt aan Jozef, wil het verhaal zeggen. Jozef stuurt nu de gebeurtenissen zo, dat Benjamin, zijn andere ik, in dezelfde positie komt als hijzelf destijds: op het punt tot slaaf gemaakt te worden. Hij laat stiekem zijn eigen drinkbeker in de voorraadzak van Benjamin stoppen, zodat deze zogenaamd op diefstal betrapt kan worden. Een herhaling dreigt: Jozef  - in de persoon van Benjamin - opnieuw tot slaaf gemaakt. Maar Juda die hem toen verkocht, biedt nu zichzelf als slaaf aan om die ander te redden. Juda - en daarmee ook de broedersgroep onder zijn leiding - herneemt zich; hij is veranderd. Dat is niet minder dan een doorbraak. Een ommezwaai van honderdtachtig graden. Dan laat Jozef de regie los en geeft zich over aan de opkomende tranen van blijdschap. Want de macht van het verleden,  de relatie slachtoffer-dader, is doorbroken. Jozef wordt geen rechter die vergeldt, hij ziet Juda in de kwetsbaarheid die hij zelf had, de kwetsbaarheid waarmee Juda nu borg voor hem staat. En niets brengt mensen zo samen.

De aangeklaagde vrouw in het evangelie is veroordeeld. Jezus wordt geprest haar ook, als een soort opperechter, te vonnissen Maar hij  bukt zich onder de woordenstroom van de aanklagers, schrijvend in de aarde. Het is of hij in deze houding solidair is met de aangeklaagde. En in feite zijn ze tegen Hém. Als de aanklagers weg zijn gegaan, zijn de vrouw en Jezus alleen, als lotgenoten, kwetsbaarheid delend, beiden bedreigd en verlangend onder die druk uit te komen. Hij zet haar op weg als een ander mens laat haar in vrijheid gaan, onbelast door het verleden. en staat met zijn eigen leven borg voor haar, voor herkansing, Zoals Juda uiteindelijk borg staat voor Jozef en in die kwetsbaarheid lotgenoot wordt van Jozef. 

Heb de ander lief als jezelf; dat is: als iemand die even kwetsbaar is en op anderen aangewezen. Dan zié je de ander ook als naaste: heel dichtbij. Afstand, rivaliteit, slachtofferschap verdwijnen. Dank zij Godsvertrouwen dat je blik verruimt, losmaakt van het verleden en op toekomst richt.