Ontvanklijk worden - Radeloos

Overweging van René Dinklo OP op de zondag van de 1e advent,  1 dec 2024

Inleidende tekst op de schriftlezingen

In de adventsperiode kiezen we voor een eigen lezingencyclus. Voor het overkoepelend thema van deze advent hebben we aansluiting gezocht bij het thema van onze zendingsbrief van dit jaar. We kwamen uit op het thema ‘ontvankelijk worden’.
Voor de eerste lezingen in deze paarse periode hebben we gekozen voor delen uit het bijbelboek Samuël. Deze hebben we gekoppeld aan evangelielezingen uit Lucas. Vanaf nu tot aan volgend jaar advent zal de evangelist Lucas centraal staan in de zondagsvieringen.
Vandaag horen we over Elkana en Hanna uit Samuël en Zacharias en Elisabeth uit Lucas. Twee echtparen die kinderloos zijn. Je kunt er radeloos van worden.

Lezingen: 1 Samuel 1, 1-7 en Lucas 1, 5 – 17

Lees of print je de overweging liever als PDF? Die vind je hier.

Hier vind je andere overwegingen (en hier de overwegingen tot april 2023).

Overweging

Vandaag is het de eerste dag van de laatste maand van dit jaar. En dat merken we. Het is vroeg donker, de zon gaat veelal schuil achter een dikke laag wolken en op de meeste dagen is het waterkoud. Onaangenaam weer. Vandaag gelukkig niet.
Van de wereld om ons heen moeten wij het ook niet hebben: de oorlog in het Middenoosten in samenhang met een wereldwijd opkomend antisemitisme; de oorlog op ons eigen werelddeel in Oekraïne waar een voortdurende escalatie dreigt;  de polarisatie in onze eigen samenleving, ook weerspiegelt in de politiek. En tal van grote problemen in onze samenleving – van klimaatcrisis tot woningcrisis –  waarvoor een simpele oplossing niet voor handen is.
En dan hebben we onze eigen kleine wereld van het sociale verband waarin we leven: je familie en vrienden. Ook daar kun je geconfronteerd worden met donkerte: door ziekte, overlijden, psychisch lijden, een scheiding, een financieel uitzichtloze situatie. Of zoals in de twee bijbelverhalen van vandaag: het verdriet van geen kinderen kunnen krijgen.
De duisternis kan je zo in beslag nemen dat je er radeloos van wordt.
Hoe kun je daar als gelovig mens mee omgaan?

Ik neem vooral de eerste lezing als leidraad om een antwoord te geven op die vraag.

Het verhaal over Elkana en Hanna is niet zomaar een verhaaltje. Het is een geschiedenis, dat mogen we ten eerste opmerken. Het is een geschiedenis die laat zien hoe God met mensen omgaat.
Eerst wordt beschreven waar het verhaal zich afspeelt. Dat is niet in een wereldstad, maar in het bergland, ergens achteraf in een kleine nederzetting. Daar gebeurt het. Niet bij de sterken en degenen die groot aanzien hebben. In het dun bevolkte gebied, woont Elkana, en deze naam betekent zoiets als ‘God heeft geschapen’. Elkana is een mens die dicht bij God wil staan: een diepgelovig en vroom mens.
En Elkana wordt in een stamboom gezet. Dat is een aanwijzing dat het in dit verhaal gaat om opvolging. De voorvaderen van Elkana worden genoemd om aan te kondigen dat zijn geslacht zal worden voortgezet in zijn kinderen.
Eén van zijn twee vrouwen, Hanna, was kinderloos. En de naam Hanna betekent  ‘genade’. We zien hiermee een parallel met het evangelieverhaal. Daar is Elisabeth kinderloos. En ook Zacharias en Elisabeth waren vrome en gelovige mensen. En er is nog een parallel. Elkana met Peninna en haar zonen en dochters en zijn andere vrouw, Hanna, gaan naar het heiligdom van Silo. Elisabeth en Zacharias wonen dichtbij de tempel en Zacharias gaat de tempel in.
Waarom is dit van belang?
Het gaat allemaal om gelovige en vrome mensen die het verdriet met zich meedragen van kinderloosheid. Ze bezoeken geregeld hun heiligdom. En het is daar, dat er iets gebeurt. In de tempel waar Zacharias is, is het duidelijk. Daar verschijnt een engel. Bij Hanna gebeurt niet veel, nog niet, ze lijkt radeloos.

Ik stel voor dat we nu inzoomen op Hanna.
Bij Hanna staat niet vermeld dat ze onvruchtbaar was. Wel dat de Eeuwige haar schoot gesloten hield. Hanna was dus weldegelijk fysiek in staat om kinderen te krijgen. En dan wordt de rivaliteit tussen Hanna en Pennina beschreven. Op het eerste gezicht lijkt het een situatie te zijn van concurrentie tussen twee vrouwen waarbij de één jaloers is en bij de ander het verdriet naar binnen slaat. Er is echter meer aan de hand. De oorspronkelijke Hebreeuwse tekst laat een veel genuanceerder beeld zien. Het zogenaamde kwetsen en sarren van Pennina was meer zoals Hanna dat beleefde en interpreteerde dan dat Pennina dat feitelijk zo aan het doen was.
We kennen dit wel. Iemand die opgesloten zit in bijvoorbeeld het slachtofferschap interpreteert vanuit die positie alles wat door anderen gezegd en gedaan wordt. Hanna zit opgesloten in haarzelf en komt daar niet uit.
En dan staat er ook nog dat ze het eten liet staan. Logisch zou je denken voor iemand die er psychisch doorheen zit. Maar het eten is hier het offervlees uit het heiligdom. Niet eten betekent niet alleen geen zin meer hebben in het leven, maar offervlees laten staan betekent ook zoiets als het je onttrekken aan het Verbond met God.
Samengevat: Hanna’s schoot is gesloten, ze heeft zichzelf gevangen in haar eigen ellende en ze isoleert zich van de Heer.
Hoe kan Hanna uit haar radeloosheid komen, hoe kunnen wij komen uit een situatie waarin we ons gevangen laten houden door duisternis?

Het simpele antwoord is door een houding van ontvankelijkheid aan te nemen. Pas wanneer je openstaat voor het niet verwachtte, openstaat voor mensen om je heen, openstaat om Gods roepstem in jou te durven horen, dan kan de situatie ten goede worden gekeerd. Dan kan de betekenis van de naam Hanna, dat is ‘genade’, bewaarheid worden. We zien dat gebeuren bij Zacharias wanneer hij in de tempel is en hij een engel ziet. Zacharias zou de engel nooit gezien hebben wanneer hij zich compleet zou hebben afgesloten van alles en iedereen.

Wat mogen wij hier zelf van opsteken?
Het is niet te vermijden dat we af en toe duisternis in ons leven ervaren en sommige mensen ervaren helaas veel duisternis. Maar we mogen onszelf niet laten opslokken door de duisternis. Het enige wat we hoeven te doen, is ontvankelijk blijven, een open houding aannemen, en onze gelovige relatie met God levend houden. Het gaat daarbij letterlijk om een open houding, om het aanscherpen van je zintuigen. De ervaring dat je verbonden bent met je omgeving, de mensen om je heen, en verbonden bent met God die je draagt. Dan zal er op een gegeven moment weer licht dagen door een gebeurtenis, een bijzondere ontmoeting of een onwillekeurige verandering van mindset. Soms onverwacht of op een andere manier dan je gedacht had.
God laat de mens immers niet in de steek, zelfs niet in onze radeloosheid.